Trauma komt uit het Grieks (letterlijk ‘wond’). Een gebroken been is een lichamelijk trauma, een pyschologisch trauma is een pychologische wond die een gevoelige plek of figuurlijk litteken achterlaat in je psyche en automatische lichamelijke reacties en emoties. Wat later in het leven kan opspelen in diverse situaties, waarin deze reacties je niet helpen maar hinderen. In contact en gevoelens/gedachten/gedrag naar jezelf toe of in relaties met anderen.
Wanneer een wond nog open is, is alles erg gevoelig en pijnlijk. Een lichamelijke wond kan nog tijdelijk gevoelig blijven na genezing. Wanneer een ander je dan per ongeluk aanraakt op die plek, kan dat voor jou aanvoelen alsof je opnieuw verwondt wordt. De ander die niet weet dat je op die plek ooit verwond werd, kan denken dat je overdreven of overgevoelig reageert. Ook kun je zelf niet meer zo stilstaan bij het feit dat onder de herstelde plek nog een wond zit die gevoelig is. Deze mechanismen kunnen we ook zien bij psychische wonden.
Na genezing van een lichamelijke wond blijft er vaak littekenweefsel over, wat bestaat uit stevig maar vrij gevoelloos weefsel, ter bescherming en ondersteuning van de wond die was ontstaan. De zenuwuiteinden die oorspronkelijk aan de oppervlakte aanwezig waren ontwikkelen zich niet meer, en littekenweefsel wordt niet meer zo flexibel als de huid die daar eerst was. Aan de ene kant zit er een gevoelige pijnlijke plek, aan de andere kant zit er een laagje overheen dat niet meer goed in staat is om de sensaties van aanraking goed te ervaren. Iedereen kent wel de ervaring van het aanraken van eigen littekenweefsel: het voelt vreemd en anders dan de rest van je huid. Ook bij psychisch trauma kan er figuurlijk littekenweefsel achterblijven dat kan zorgen voor minder flexibiliteit en groei en een litteken over de pijnlijke plek, dat niet helemaal voelt alsof het jouw eigen huid is.
Trauma is niet de gebeurtenis die jou is overkomen, maar is de wond die is ontstaan door die gebeurtenis of ervaring. Die je verder met je meedraagt ook nadat de gebeurtenis is afgelopen. Dat betekent dat dit een persoonlijk innerlijk proces is: je hebt dus zelf invloed op het herstel of genezingsproces. Je kunt dit om je heen zien in de verschillende wijzen waarop mensen reageren op eenzelfde gebeurtenis. Het proces van herstel is dan ook voor niemand hetzelfde. Het is belangrijk het trauma te kunnen scheiden van andere situaties of personen die niets met het oorspronkelijk trauma te maken hebben. Dit is niet altijd even makkelijk, omdat zgn. ’traumatriggers’ ervoor zorgen dat je rationele brein even offline gaat, waardoor je in het moment vanuit je emoties en vaak onbewuste overlevingsmechanismen gaat reageren. Ook is er altijd sprake van onbewuste wisselwerking in (non verbale) communicatie en afstemming op elkaar binnen relaties en gesprekken, waardoor er via zgn. overdracht en tegenoverdracht ruis, miscommunicatie of escalatie kan ontstaan wanneer trauma bij 1 of beiden personen onderdeel is van het functioneren.