De prevalentie van FASD is hoog (in sommige westerse landen hoger dan die van ASS), echter in Nederland worden signalen van mogelijke pre-natale blootstelling aan (ook kleine hoeveelheden) alcohol meestal niet ge/herkend. Kennis en expertise ontbreken bij diagnostici en zorg/jeugd/gezinsprofessionals. Waardoor veel van deze kinderen pas na een lang traject van incomplete diagnostiek en niet passende zorg en begeleiding op een van de 3 FASD poli’s in Nederland worden gezien. Soms zelfs pas in de volwassenheid. Waardoor er veel onnodige secundaire problematiek is ontstaan. We komen deze kinderen en (jong)volwassenen dan ook veelvuldig tegen in relatie met speciaal onderwijs, jeugdzorg, pleegzorg, jeugddetentie, vroegtijdig schoolverlatingsproblematiek, verslavingszorg etc. Belangrijk ook om te weten: veel zwangerschappen zijn ongepland, waardoor vrouwen pas met 6-8 weken stoppen met alcoholgebruik. En de mogelijke link tussen de ontwikkeling en functioneren van het kind met permanente beschadiging door FASD jaren later vervolgens wordt gemist.

FASD is niet te genezen, maar er kan veel worden gedaan aan het voorkomen van verdere (secundaire) problematiek en het optimaliseren van ontwikkelingsmogelijkheden en toekomstprognose. Door een zo vroeg mogelijke diagnose; educatie van gezin en professionele omgeving; bijstellen van onrealistische verwachtingen vanuit de omgeving. En door het opzetten van een ‘external brain’ netwerk (familie, school en zorg/hulpverlening) rondom het kind of de (jong)volwassene, dat nauw samenwerkt vanuit de neurobehavioural visie en maatwerk-interventies inzet wanneer nodig. Daarbij kan een FASD informed familiegroepsplan een ondersteunend en informerend instrument zijn voor ouders/verzorgers en iedereen die met het kind/de jongere werkt. Toegespitst op de individuele situatie en individuele problematiek per ontwikkelingsfase, maar altijd vanuit FASD als overkoepelende permanente neurologische factor.