Deze week las ik op LinkedIn een post van een hulpverlener. Zij had voor de verandering eens aan de andere kant van de tafel gezeten, als ouder van een kind in een hulpverleningstraject. Ze gaf in haar verhaal aan wat een verbijsterende ervaring dat gesprek was geweest: nu ze als ouder aan tafel zat, deden al haar kennis en expertise als hulpverlener er ineens niet meer toe en werd ze niet gehoord of serieus genomen. Dat was een nieuwe ervaring voor haar, waar er normaal gesproken naar haar mening en visie werd geluisterd en waar overleg op gelijke voet gebruikelijk was. De frustratie was voelbaar door de tekst heen, en er volgden vele gelijke reacties van hulpverleners die aangaven eenzelfde ervaring te hebben meegemaakt met hun eigen kind.

Mijn gedachten gingen terug naar de eerste week van mijn opleiding Verpleegkunde. Per groepen van 4 studenten, vers van school of instromend na een carrièreswitch, werden we verspreid over diverse afdelingen binnen een ziekenhuis, om een aantal dagen mee te lopen en te ‘snuffelen’ alvorens onze opleiding echt zou gaan beginnen. We kregen allen een krakend wit uniform aan. Wat mij zo is bijgebleven, is dat patiënten ons regelmatig aanspraken en vragen stelden over medicatie of medische zorgvragen: wij liepen immers rond in een uniform, dus ging men er automatisch van uit dat we ook over kennis en expertise beschikten. Alles wat we zouden hebben geantwoord zou zonder twijfel worden aangenomen… Vier jaar later zat ik – in vrijetijdskleding – tijdens een verjaardag in een gesprek, waar een discussie ontstond over een medisch onderwerp, waarbij men aan mijn inmiddels opgebouwde kennis op het medische vlak totaal voorbij ging. In het ziekenhuis draaide ik inmiddels volleerd mee, maar zonder uniform was al die kennis en kunde kennelijk niet meer aanwezig voor buitenstaanders. Ik verbaasde mij hier destijds over, maar weet inmiddels dat dit psychologische principe overal gezien kan worden. Verkopers in zakelijke pakken voor extra geloofwaardigheid, TV-reclames waarin acteurs met witte jassen over the counter medicatie aanbevelen, inbrekers die met een politie-uniform zonder vragen worden binnengelaten of auto’s staande kunnen houden, een TV-programma waarin de directeur van een bedrijf ‘under cover’ gaat in een sjofele outfit om niet herkend te worden en ineens heel anders wordt bejegend; veel mensen zijn nu eenmaal gevoelig voor uiterlijke status kenmerken en maken op basis daarvan een inschatting, of deze nu de lading dekt of niet.

De keerzijde van deze medaille is het verschijnsel dat sommige mensen vanuit hun professionele achtergrond, degene die aan de overkant van de tafel zit, automatisch zien als een persoon met slechts één pet op. De pet van ouder/verzorger. Dat deze ouder wellicht ook deskundig kan zijn of een professional, of wellicht zelfs meer kennis en expertise heeft op een bepaald gebied, komt vaak niet bij hen op. Of dat nu op school is of bij een hulpverleningsinstelling. Men schijnt te vergeten dat ook docenten, zorg- en hulpverleners vaak ouders worden en vervolgens soms plaatsnemen aan de ‘andere kant’ van de tafel. Dat sommige professionals dat niet zien is jammer, want het kan een wij-versus-zij en hiërarchische verstandhouding scheppen; ook het proces van hulpverlening en communicatie binnen het netwerk komt hierdoor nogal eens in een negatieve spiraal. Dit is iets waar vele (pleeg/adoptie)ouders helaas over kunnen meepraten. Het is constructief voor het hulpverleningsproces en de communicatie en samenwerking, als docenten en hulpverleners in staat zijn om open te staan voor deze valkuil, niet te snel iemand een pet op te zetten van ‘alleen ouder dus minder kundig en minder kennis’, en open staan tot het leren van mogelijke nieuwe inzichten of aanvullende informatie (niemand is immers ooit uitgeleerd). Deze hulpverleners zijn beter in staat snel in te spelen op situaties die verandering behoeven, en communiceren en overleggen met andere mensen binnen het netwerk van een leerling of cliënt. Hetgeen uiteraard de verstandhouding en het belang van leerling of cliënt ook ten goede komt.

Binnen de educatie-, bemiddelings- en netwerkgesprekken waarbij ik aanschuif aan tafel, via de FAS Stichting of via FASD Support, zie ik beide situaties langskomen. Gelukkig zit er, volgens de ouders die reageerden op de LinkedIn post, ook een positieve kant aan de negatieve ervaringen: men gaf aan een betere hulpverlener te zijn geworden en zich beter in te kunnen leven in de positie van ouders/verzorgers. Iets wat ik uit ervaring kan beamen en waarmee ik meerwaarde hoop te geven in de ondersteuning aan zowel ouders/verzorgers als professionals.

Herkenbaar