Artikel door the Institute for Attachment & Child Development:

Het is een veelgehoord verhaal…

Terwijl de ouders alles hebben geprobeerd om juiste hulp te krijgen voor hun kind, kan het zijn dat de verkeerde diagnose is gesteld. Het kind zou, feitelijk, geen FASD kunnen hebben. Er zou sprake kunnen zijn van DTD (voorheen: reactieve hechtingsstoornis). Of er zou wel sprake kunnen zijn van FASD, maar nooit zijn gediagnosticeerd of behandeld voor DTD/reactieve hechtingsstoornis. Hoewel de situatie per gezin kan verschillen, kunnen allen te maken krijgen met eenzelfde probleem: overlap en onduidelijkheid m.b.t. FASD en DTD/reactieve hechtingsstoornis.

Ouder zijn van een kind met een beperking vereist veel geduld, professionele ondersteuning, persoonlijke ondersteuning en respijt zorg, en goed voor jezelf blijven zorgen. Maar om ouder te zijn van een onvolledig of verkeerd gediagnosticeerd kind met speciale zorgbehoeften, is zo mogelijk nog moeilijker. Misdiagnoses leiden tot jaren van het volgen van het verkeerde pad, of slechts richten op de helft van de problematiek. Uiteindelijk komen zowel ouders als het kind in een gefrustreerd en hopeloos traject. Hoewel ook overlap met andere diagnoses voor nogal wat verwarring zorgen (zoals ADHD), leggen we hier de focus specifiek op FASD en DTD t.a.v. hechting

Bron: Institute for Attachment and Child Development, Noonan, Nicole (2016, 25 augustus), 3 differences between FAS & RAD: finding the right path.
Lees het originele artikel hier.

FASD en DTD (developmental trauma disorder)